TitelDatumPopulariteitActiefReacties

De Internationale Vos

03. Informatieavond

In alle afdelingen worden de ouders minstens één keer per jaar uitgenodigd voor een informatieavond. Hier komen voor de betreffende afdeling en vaak per leerjaar specifieke onderwerpen aan de orde, zoals de bevorderingsprocedure, de pakketkeuze en dergelijke.  

03. Klachten

Iedereen die bij de school is betrokken (ouders, leerlingen, personeel, etc.) kan een klacht indienen over gedragingen of beslissingen, of het nalaten daarvan, door eenieder die in relatie staat tot de school. Daarbij kan met name gedacht worden aan klachten over seksuele intimidatie, pesten en discriminatie, maar ook over andere zaken kunnen klachten worden ingediend bij de directeur of bij het bestuur van de school. Met de direct betrokkene(n) zal worden getracht tot een oplossing te komen. De doelstelling is om klachten zoveel mogelijk te beperken en binnen de school op te lossen.

Onze school is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie (LKC) voor het openbaar en het algemeen toegankelijke onderwijs. Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat een klacht alleen bij de LKC wordt ingediend als men hiermee nergens anders terecht kan. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken op school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze worden afgehandeld. Indien dit echter, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk is of als de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan een beroep worden gedaan op de klachtenregeling. Voor ouders en leerlingen is een vertrouwenspersoon benoemd als intermediair voor de klachtencommissie. Dit is een onafhankelijk persoon die geen deel uitmaakt van de school.

Klachtenregeling OSVS, klik hier...

03. Medezeggenschapsraad

De MR is het inspraakorgaan dat (on)gevraagd het bevoegd gezag en de schoolleiding adviseert. De raad heeft over een aantal belangrijke onderwerpen adviesrecht of instemmingsrecht. Een en ander is geregeld in de Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO). In deze wet staat over dit onderwerp een hele lijst bevoegdheden. Deze kunnen globaal gesplitst worden in algemene bevoegdheden en bijzondere bevoegdheden. Voor de bijzondere bevoegdheden is na onderhandelingen in ons reglement vastgelegd wanneer de MR bij een bepaalde zaak instemmings-, of adviesrecht heeft. Het bestuur kan een adviesrecht onder bepaalde voorwaarden naast zich neerleggen. Voor meer informatie over de Wet op de Medezeggenschap Scholen (WMS) wordt verwezen naar www.infowms.nl.

De Medezeggenschapsraad bestaat uit ouders, leerlingen en personeelsleden.
Meer over de MR is te vinden op onze website zie, klik hier... 

03. Onderwijsvisie

Er is aandacht voor de drie basisbehoeften van elke leerling. Hieronder verstaan wij:

Autonomie: Dit is zelfbeschikking, waarbij je in samenspraak met je docent of coach kunt bepalen wat je doet en hoe je het doet. Naast autonomie is er ook coherentie; het bij een groep willen horen en gezamenlijk afspraken maken over wat de groep doet.

Competentie: Het vertrouwen hebben dat je kunt wat je wilt en dat het nut heeft. Naast competentie kennen we coöperatie, wat inhoudt dat je erop vertrouwt dat je als deelnemer in een groep kunt deelnemen.

Relatie: Dit is het hebben van relaties, samenwerken met anderen en erbij horen. Naast relatie is er ook cohesie: het bij elkaar horen en met elkaar verbonden zijn. Dit geldt voor zowel leerlingen als personeel.

Wij dagen leerlingen uit waardoor zij zelfstandigheid en verantwoordelijkheid kunnen ontwikkelen. Hierbij houden we vanzelfsprekend rekening met de verschillen tussen leerlingen. Het onderwijs wordt afgestemd op de mogelijkheden en behoeften van de leerlingen. De docent speelt in dit proces een belangrijke rol en wordt hierbij ondersteund door collega’s en interne en externe specialisten. Ook de ouders worden hierbij betrokken.

Een leerling voelt zich goed als het leren op school lekker verloopt. Een leerling wil zichzelf van nature ontwikkelen. In een veilige omgeving met een herkenbare structuur zal een leerling sneller naar een volgend niveau stijgen. Het ontwikkelen en leren beschouwen we als een natuurlijk proces waarin ruimte is voor de eigen inbreng van leerlingen. In dit proces komt de natuurlijke motivatie vrij om kennis, begrip en vaardigheden te vergroten. Dit is een interactief proces waarbij docent en leerling actief betrokken worden. Dit geeft zowel de docent als de leerling voldoening.

In het leerproces onderscheiden we drie aspecten, namelijk de onderwijsinhoud, de didactische werkvormen en de organisatie. Hierbij streven we naar de juiste verhouding tussen het bieden van houvast en het uitdagen van de leerlingen zodat zij (in hun eigen zone) hun talenten zelfstandig kunnen ontwikkelen.

Tijdens dit proces vindt er interactie plaats tussen de docenten en de leerlingen in een gevarieerde onderwijsomgeving met een flexibel aanbod van (digitale) leermiddelen. We vinden het belangrijk dat werkvormen prikkelen en leerlingen uitdagen om zelf nieuwe situaties, materialen, werkwijzen en betekenissen te gaan verkennen en deze toe te passen in nieuwe situaties. In een effectieve schoolorganisatie ondersteunen we de docenten en leerlingen door een duidelijke structuur te bieden met heldere afspraken. Het onderwijs wordt continu aangepast om het te laten aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen en de eisen die de huidige en toekomstige maatschappij stelt.

03. Ongevallenverzekering

De school heeft voor de leerlingen een collectieve ongevallen- en reisverzekering afgesloten. Deze verzekering dekt het risico van ongevallen op school en het schoolterrein, de periode tijdens stages, door de school georganiseerde activiteiten buiten de school zoals excursies, schoolkamp e.d. 

Ook kunnen de kosten voor een geneeskundige behandeling als gevolg van een ongeval door deze verzekering worden gedekt zover de kosten niet, of niet voldoende via de ouders/verzorgers zijn verzekerd. 

Verder biedt deze verzekering ook dekking bij overlijden, blijvende invaliditeit of vergoeding voor gezinszorg na ziekenhuisopname ten gevolge van een ongeval. Uitkeringen in deze gevallen kennen een maximaal bedrag. Hiervoor geldt dat het ongeval is geschied tijdens de reis van en naar de school of door de school georganiseerde activiteit. 

De reisverzekering is van kracht tijdens alle school- en groepsreizen, stages, excursies en uitstapjes in schoolverband (ook in het buitenland) mits en zolang de leerlingen onder toezicht staan van de door school aangewezen personen. 

04. De leerroute

Op De Internationale Vos doorlopen de leerlingen drie fases, namelijk:

In de eerste fase start een leerling in een Analyse Groep voor de duur van maximaal 6 tot 8 weken. In deze groep worden basisvaardigheden aangeleerd en testen afgenomen (onder andere het Intake Instrument ISK van Bureau ICE) om het start- en streefniveau van de leerling te bepalen.

In fase twee gaat een leerling naar een groep waarin gewerkt wordt naar een A1-niveau of A2-niveau op het gebied van Nederlands.

Afhankelijk van het streefniveau van de leerling vervolgt de leerling in fase drie zijn/haar route in een uitstroomgroep. Er zijn groepen gericht op uitstroom naar praktijkonderwijs, naar voortgezet onderwijs klas 1, voortgezet onderwijs klas 2 of 3 en naar mbo.

Alfabetiseringsgroepen
In deze groepen worden de onderdelen lezen en schrijven aangeleerd en getoetst. Deze onderdelen worden in een voortgangsverslag bijgehouden. Als een leerling gealfabetiseerd is, kan hij doorstromen naar een reguliere onderwijsgroep.

De doorstroomfase: reguliere onderwijsgroepen
Na de analyse en/of de alfabetiseringsfase wordt samen met de leerling bekeken welke vervolgmogelijkheden er zijn en welke weg de leerling zou willen/kunnen volgen.

Gaat de leerling na De Internationale Vos verder naar een reguliere school voor voortgezet onderwijs of naar een andere onderwijs vorm, dan stroomt hij door in de diverse reguliere onderwijs groepen (praktijkonderwijs, VO1, VO2 of mbo). Het streefdoel voor een leerling die gaat doorstromen ligt tussen op naar A2 en B1. Wij maken hierbij gebruik van de leerlijnen die zijn opgesteld door LOWAN/ITTA.

Is de leerling 15 jaar of ouder, dan kan hij geplaatst worden in een van de
MBO-groepen. In deze groepen wordt, naast de reguliere lessen, aan de competenties van de leerling gewerkt. Het streefdoel voor een leerling die gaat doorstromen ligt tussen A2 en B2. Wij maken hierbij gebruik van de leerlijnen die zijn opgesteld door LOWAN/ITTA en voor de mbo-combi-klas ook van de afspraken die zijn gemaakt met de ontvangende mbo-school. Leerlingen van de mbo-combi klas krijgen 2 dagen per week op het Albeda Entree College. Voor leerlingen die het gewenste niveau behalen is het ook mogelijk door te stromen naar klas 3 of 4 van het regulier Voortgezet Onderwijs.

04. Digitale nieuwsbrief, website, social-media

Ouders, leerlingen en geïnteresseerden worden regelmatig op de hoogte gehouden over allerlei wetenswaardigheden die binnen De Vos plaatsvinden. Dit gebeurt in een digitale nieuwsbrief. Tevens zijn er nieuws items te vinden op de website en onze social-media kanalen.

04. Het meldpunt vertrouwensinspecteur

Bij het Meldpunt Vertrouwenspersoon kunnen medewerkers van het onderwijs terecht met klachten over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, fysiek en psychisch geweld (waaronder pesten). Ook voor signalen inzake discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme, radicalisering, extremisme e.d. fungeert de Vertrouwensinspecteur als aanspreekpunt.
 

Het Meldpunt Vertrouwensinspecteur

T: 0900 – 111 31 11 (op werkdagen van 08.00 – 17.00 uur).
 

04. Voorzieningen

Voor leerlingen die belemmeringen ondervinden in hun leer- en ontwikkelingsproces heeft de school verschillende voorzieningen getroffen: 
 

  • Leerlingen met leerproblemen kunnen steunles krijgen. Voor leerlingen die onvoldoende staan voor een vak is het verplicht om deze hulp te aanvaarden wanneer dit noodzakelijk wordt geacht;
  • De school biedt op een aantal terreinen hulp of trainingen aan zoals faalangstreductietrainingen;
  • Het is mogelijk om leerlingen te testen. Hierbij kan worden gedacht aan capaciteitenonderzoek, beroepskeuzetesten en specifieke testen (zoals een vooronderzoek dyslexie en screening op faalangst). De testen kunnen intern of extern worden uitgevoerd. Externe testen kunnen o.a. worden afgenomen via het Steunpunt Onderwijs.

Faciliteiten en begeleiding bij dyslexie
Leerlingen met een dyslexieverklaring hebben recht op één of meer compenserende faciliteiten. We maken gebruik van het protocol dyslexie voortgezet onderwijs. Dit zijn:

  • Toetsen in lettertype Arial (of Verdana), puntgrootte 12 en meer dan de gebruikelijke regelafstand (1.15). Vergroting van de gehele toets.
  • 20% tijdverlenging bij toetsen.
  • Gebruik van een laptop met het programma Kurzweil. Kurzweil leest alle digitale teksten voor. Zowel bij de vakken als bij de toetsen wordt een laptop met Kurzweil gebruikt.
  • De examens worden digitaal afgenomen waarbij het mogelijk is om gebruik te maken van auditieve ondersteuning.
  • 30 minuten tijdverlenging bij CE (Centraal Examen) toetsen.
  • Mondelinge afname van toetsen.
  • Dyslexiepas waarop de faciliteiten vermeld staan.
  • Leeslinialen, readingpen, “Daisy-speler” indien in bezit van de leerling

De dyslexiecoach begeleidt de leerling gedurende de hele schoolloopbaan. Naast individuele gesprekken vinden er ook bijeenkomsten plaats met alle leerlingen met dyslexie. Hier worden ervaringen uitgewisseld en wordt de gang van zaken besproken. 

Faciliteiten en begeleiding bij dyscalculie 
Leerlingen met een dyscalculieverklaring hebben recht op één of meer compenserende faciliteiten. Dit zijn: 

  • De leerling gebruikt altijd kladpapier (overzicht).
  • De leerling laten werken met een stapsgewijze aanpak (wat weet ik al, wat wil ik weten, hoe reken ik?). Geef in gevallen waar nodig de wenselijkheid van strategieverandering aan.
  • De leerling laten werken met de formulekaart.
  • De leerling wijzen op net en overzichtelijk werken.
  • De leerling krijgt extra tijd.
  • De leerling krijgt extra mondelinge uitleg.
  • De leerling mag alles met een rekenmachine maken.
  • De leerling krijgt eigen verantwoordelijkheid in de keuze van rekenstrategie. Leerling houdt hier aan vast.

04. Wettelijke aansprakelijkheid

De school kan niet aansprakelijk worden gesteld voor beschadiging aan of ontvreemding van eigendommen van leerlingen zoals schade aan kleding, fietsen, tassen e.d. Wij geven u in overweging om voor eigendommen van uw kind zoals een bril, een horloge of een mobiele telefoon een eigendommenverzekering af te sluiten die schade, verlies of diefstal dekt. 

Schade die door een leerling aan gebouw of meubilair wordt toegebracht, wordt op de ouders-verzorgers van betreffende leerling verhaald. 

05. Centrum voor Jeugd & Gezin (CJG)

Aan de school is een jeugdverpleegkundige van het Centrum voor Jeugd en Gezin Vlaardingen verbonden. De jeugdverpleegkundige organiseert iedere maand een inloopspreekuur. Daarnaast ziet hij/zij uw kind een aantal keer in klas 1 en in het jaar voor eindexamen op school. Bijvoorbeeld tijdens een gesprek of bij het afnemen van een (digitale) vragenlijst in de klas. 
 

Klas 1 

In het eerste schooljaar heeft uw kind met de jeugdverpleegkundige een gesprek op school. Samen praten zij over hoe het met uw kind gaat. Tijdens dit gesprek kan uw kind vragen stellen over zijn/haar gezondheid en ontwikkeling. Voordat het gesprek plaatsvindt komt de jeugdverpleegkundige in de klas langs om twee vragenlijsten in te laten vullen. De antwoorden worden in het gesprek gebruikt. Ook vraagt hij/zij aan de mentor hoe het met uw kind gaat. De gesprekken en vragenlijsten worden altijd vertrouwelijk behandeld.

Jaar voor het eindexamen 

In het jaar voordat uw kind (mavo en vmbo) examen doet vullen zij een digitale gezondheidsvragenlijst in.  De vragenlijst bestaat uit vragen over de gezondheid en leefstijl. Na het invullen krijgen ze een persoonlijk gezondheidsprofiel te zien met de resultaten van de vragenlijst en handige tips. Aan de hand van de resultaten of als zij het zelf willen, nodigt de jeugdverpleegkundige hen uit voor een gesprek. De gesprekken en digitale gezondheidsvragenlijst worden altijd vertrouwelijk behandeld. 
 

Zorg- en Adviesteam  

De jeugdverpleegkundige neemt sporadisch deel aan de overleggen van het Zorg- en Adviesteam (ZAT) op school. Daar wordt de ontwikkeling besproken van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Het kan zijn dat uw kind extra wordt uitgenodigd. Het is ook mogelijk dat uw kind zelf een gesprek bij de jeugdverpleegkundige aanvraagt en/of langs gaat tijdens het inloopspreekuur. 
 

Alles onder één dak! 

Het CJG bij u in de buurt is dé plek waar ouders/verzorgers, kinderen, jongeren en professionals terecht kunnen met vragen over gezondheid, opvoeden, opgroeien en verzorging. Als u het nodig vindt, biedt het CJG u en uw kind (van -9 maanden tot 19 jaar) ook advies en ondersteuning. 

Er werken jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen en pedagogen , om samen met u gezond en veilig opvoeden en opgroeien van uw kind mogelijk te maken. 

Contact 

Het CJG Vlaardingen is elke werkdag tussen 8.30 uur -1 7.00 uur te bereiken op de Burgemeester van Lierplein 5, 3134 ZB te Vlaardingen. 
T. 010-4608190. 

05. De aanmelding

Leerlingen uit de regio Maassluis/Rozenburg/Schiedam en Vlaardingen kunnen het gehele jaar aangemeld worden bij De Internationale Vos. Leerlingen uit een andere regio kunnen een verzoek doen tot plaatsing.

De aanmelding vindt plaats via basisscholen (neveninstroom scholen de Globe Vlaardingen, De Wereldschool Schiedam en De Diamant Maassluis) of via Steunpunt Onderwijs te Schiedam. Ouders kunnen zich ook rechtstreeks melden bij de administratie op de vestiging Bachplein.

Steunpunt Onderwijs Schiedam
Stoomloggerweg 4c
3133 KT Vlaardingen
010- 470 51 62

Na aanmelding bij school of doorverwijzing vanuit het Steunpunt Onderwijs volgt er een kennismakingsgesprek op De Internationale Vos. Hierin worden de belangrijkste gegevens uitgewisseld en genoteerd. Tijdens het gesprek wordt zoveel mogelijk onderzocht wat de mogelijkheden van een leerling zijn en welke achtergrond een rol speelt. Als de leerling van een andere school komt, dan wordt bij die school de informatie opgevraagd.

Deze informatie wordt bij de kennismaking beoordeeld. Als alle informatie van de leerling binnen is wordt door de medewerkers van De Internationale Vos/ISK bepaald of een leerling wordt aangenomen. Bij aanname wordt de leerling eerst geplaatst in de Analyse groep.

05. Laptopregeling

Op De Vos bestaat integratie van digitaal onderwijs in het lesprogramma. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van laptops. Elke leerling heeft tijdens het schooljaar de beschikking over een eigen laptop en kan hiermee deelnemen aan het (digitale) lesprogramma.  

Alle leerlingen die zijn aangemeld op één van de scholen van De Vlaardingse Openbare Scholengroep moeten daarom dus beschikken over een laptop. Voor deze laptop zijn er twee mogelijkheden. Een laptop via school of een zelf meegebrachte laptop (BYOD = bring your own device). 

Bij de laptop via school zal er een rechtstreeks contract aangegaan worden bij The Rent Company. De kosten zijn hierbij voor rekening van de ouder(s) en bedragen per laptop € 17,95 per maand. De looptijd hierbij is 48 maanden. Deze laptop wordt voorzien van alle software die nodig is om deel te kunnen nemen aan de lessen. Zaken als o.a. een oplaadpunt, printen (betaald) en een internet verbinding worden door de school gefaciliteerd.  

Voor zij- instromers (leerlingen die instromen vanaf klas 2) geldt een andere looptijd en dus ook een ander maandbedrag. Dit wordt naar rato verdeeld over de resterende maanden. Meer informatie kunt u bij de afdelingsleider van uw zoon of dochter krijgen.  

Indien u kiest voor een zelf meegebrachte laptop dan moet deze wel aan een aantal eisen voldoen en dit moet tijdig bij de schoolleiding bekend worden gemaakt. Er wordt vanuit de school beperkte ondersteuning geboden. Het beheer dient u dus zelf te verzorgen. Zaken als o.a. een oplaadpunt, printen (betaald) en een internet verbinding worden wel door de school gefaciliteerd. Voor de start van het schooljaar wordt u uitgebreid geïnformeerd over het gebruik van de laptop en de mogelijkheden. 
 

Een laptop of tablet valt niet onder de definitie van lesmateriaal, omdat het de drager is van informatie en zelf geen informatie is en niet voorgeschreven wordt voor een specifiek leerjaar. Hierdoor valt een laptop of tablet niet onder het lesmateriaal die scholen gratis aan ouders dienen te verstrekken.  

Het bezit van een laptop of tablet kan door ons als school niet van u als ouders worden geëist, net zo min als u als ouders dit van de school kunt eisen. Wij verzoeken echter wel dringend om een laptop voor uw kind aan te schaffen, aangezien er regelmatig binnen de lessen gebruik van wordt gemaakt. Als u als ouder er voor kiest om dit niet te doen, dan zal de school ervoor zorgen dat de leerling bruikbaar lesmateriaal krijgt om de lessen te volgen. Het is echter niet zo dat de leerling een laptop in bruikleen krijgt gedurende de gehele lesperiode.

05. Veiligheidsbeleid

Op onze school zijn leerlingen aanwezig om te leren. Ze kunnen pas leren en zichzelf ontwikkelen als ze zich veilig voelen en zichzelf kunnen zijn. Het is van essentieel belang dat ze zich kwetsbaar kunnen opstellen, zich gezien en geaccepteerd voelen, en het gevoel hebben erbij te horen.

Het waarborgen van sociale veiligheid gaat dus verder dan het tegengaan van onveiligheid. Leerlingen hebben de ruimte nodig om te ontdekken waar grenzen liggen, om fouten te maken, om verantwoordelijkheid te leren nemen en daarop aangesproken te worden.

De school is niet alleen de plek waar leerlingen lesstof leren, maar ook waar ze leeftijdsgenoten ontmoeten en kennismaken met de samenleving en verschillen in normen, waarden en omgangsvormen. Dit vraagt om pedagogische professionaliteit en roept vragen op over hoe er op school wordt gedacht over leren en ontwikkeling, de ruimte die leerlingen krijgen om grenzen te verkennen, en de ruimte om van elkaar te leren.

Ook voor medewerkers geldt dat ze hun werk alleen goed kunnen doen als ze zich veilig voelen, zich kwetsbaar kunnen opstellen, en gezien en gehoord worden. Ook zij moeten fouten kunnen maken en aangesproken kunnen worden op verantwoordelijkheden.

Onze school besteedt voortdurend serieuze aandacht aan het creëren van een veilig schoolklimaat en het voorkomen, herkennen en aanpakken van grensoverschrijdend gedrag. We blijven kritisch naar onszelf kijken en zorgen ervoor dat elk incident leidt tot verkleining van de kans op nieuw grensoverschrijdend gedrag. In een cultuur waarin zowel leerlingen als medewerkers worden gestimuleerd om na te denken over hun houding en gedrag en hier openlijk over te praten.

Op onze school hanteren we het pestprotocol, waarin afspraken zijn vastgelegd waaraan leerlingen zich moeten houden. Hierin staat onder andere dat pesten, schelden, het aanraken van elkaars eigendommen, respectloos gedrag en agressief gedrag niet worden getolereerd.

Om de sociale veiligheid in het algemeen te waarborgen, ontwikkelen wij beleid. Het opstellen van gedragsregels, protocollen en sanctiebeleid alleen is niet voldoende om personeel, leerlingen en ouders een gevoel van veiligheid te geven. Door continu met elkaar in gesprek te blijven - in vergaderingen, mentorlessen en oudergesprekken - weten we wat er speelt en wat er nodig is om leerlingen, personeel en ouders te ondersteunen.

Uitgangspunten

De school moet een plek zijn waar rust heerst, waar leerlingen, personeel en ouders/verzorgers zich thuis voelen en zich veilig weten en waar alle betrokkenen respectvol, prettig en vriendelijk met elkaar omgaan. Dat betekent concreet:
 

voor leerlingen:

  • niet pesten of gepest worden; jezelf mogen en kunnen zijn;
  • de lessen kunnen volgen zonder dat je wordt lastiggevallen;
  • weten dat geweld en (seksuele) intimidatie uit den boze zijn;
  • bij iemand terecht kunnen als er problemen zijn;
  • serieus genomen worden door personeelsleden en overige medewerkers;
  • duidelijke afspraken over dit alles.

voor ouders/verzorgers:

  • erop kunnen vertrouwen dat hun kinderen graag naar school gaan;
  • weten dat er geen bedreigingen voorkomen;
  • een open oor vinden voor problemen;
  • weten dat signalen worden opgepakt en problemen aangepakt;
  • duidelijke afspraken over dit alles.

voor personeel en andere medewerkers:

  • met respect bejegend worden door leerlingen, ouders/verzorgers, collega's,
  • weten dat problemen worden aangepakt;
  • ergens terecht kunnen met signalen;
  • duidelijkheid over wat er gebeurt bij calamiteiten;
  • duidelijke afspraken over dit alles.

voor de omgeving/de buurt:

  • geen overlast van leerlingen die rond de school hangen;
  • geen vandalisme, vervuiling of diefstal;
  • weten dat leerlingen worden aangesproken op hun gedrag;
  • een aanspreekpunt voor suggesties of eventuele klachten;
  • signalen worden opgepakt en problemen aangepakt.

Om deze visie op veiligheid te borgen en in de praktijk uit te kunnen voeren, maakt de school gebruik van het zogenaamde digitaal veiligheidsplan van de organisatie School en Veiligheid. In dit digitaal plan worden alle protocollen en procedures die gebruikt worden door de school op het gebied van veiligheid verzameld. Hierdoor behoudt de school een goed overzicht.

Voorbeelden van deze protocollen en procedures zijn afspraken rondom pesten, reizen naar het buitenland, afspraken met politie, afspraken rondom medicijnverstrekking, de klachtenregeling, checklist calamiteiten.

06. De doorstroming

Binnen De Internationale Vos doorloopt iedere leerling een route die gebaseerd is op mogelijkheid, ambitie en tempo. Leerlingen die als beginners aangemeld worden, zullen gemiddeld twee jaar lessen volgen aan De Internationale Vos. Een belangrijk uitgangspunt voor doorverwijzing naar een reguliere onderwijsgroep is het taalniveau. Dit niveau wordt op verschillende manieren vastgesteld:

1. In de analysefase wordt de leerroute van de leerling bepaald aan de hand van de verlengde intake-toets van ICE/ LOWAN. Deze geeft een belangrijke indicatie van het niveau van de leerling en zijn leerbehoefte.

2. Naar aanleiding van toetsen en opdrachten binnen het groepsverband en individueel. Door gemaakte toetsen en opdrachten kan het taalniveau van een leerling nauwkeurig worden vastgesteld. Voor de plaatsing naar een volgende groep is het nodig dat een leerling het vereiste niveau beheerst. Ook wordt per periode bekeken in hoeverre de leerling de vooraf gestelde doelen heeft bereikt en wordt er gekeken naar de leerhouding, de zelfstandigheid en de aanwezigheid.

3. Om het niveau voor bijvoorbeeld Nederlands en Rekenen vast te stellen, maken wij naast de Cito-toetsen gebruik van de landelijk erkende ICE toetsen (goedgekeurd door de Onderwijsinspectie). Deze toetsen zijn er op de volgende niveaus:A1, A2, B1 en B2. De meeste leerlingen kunnen tijdens hun verblijf A2 niveau halen. Dit is voldoende voor doorstroom naar VMBO of indien 16 jaar of ouder naar MBO. Leerlingen die B1 of B2 niveau halen kunnen doorstromen naar HAVO, VWO of indien 16 jaar of ouder naar het MBO. Een leerling maakt een ICE-toets als hij, naar het oordeel van de didactische coach, voldoende kennis en vaardigheden heeft om de toets succesvol af te leggen.  (Zeer) moeilijk lerende kinderen en/of kinderen met een leerachterstand die niet in staat zijn binnen 2 jaar A2 te halen kunnen doorstoom naar het Praktijkonderwijs.

De uitzonderingen

Er zijn leerlingen die niet in staat zijn het traject in 2 jaar af te ronden, bijvoorbeeld als ze bijna of geen onderwijs hebben genoten of door persoonlijke omstandigheden. Voor deze leerlingen  wordt in overleg met ouders/verzorgers of voogd en leerling naar een passende oplossing gezocht.

Pagina 2 van 4Eerste   Vorige   1  [2]  3  4  Volgende   Laatste