TitelDatumPopulariteitActiefReacties

Schoolwiki

03. Medezeggenschapsraad

De MR is het inspraakorgaan dat (on)gevraagd het bevoegd gezag en de schoolleiding adviseert. De raad heeft over een aantal belangrijke onderwerpen adviesrecht of instemmingsrecht. Een en ander is geregeld in de Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO). In deze wet staat over dit onderwerp een hele lijst bevoegdheden. Deze kunnen globaal gesplitst worden in algemene bevoegdheden en bijzondere bevoegdheden. Voor de bijzondere bevoegdheden is na onderhandelingen in ons reglement vastgelegd wanneer de MR bij een bepaalde zaak instemmings-, of adviesrecht heeft. Het bestuur kan een adviesrecht onder bepaalde voorwaarden naast zich neerleggen. Voor meer informatie over de Wet op de Medezeggenschap Scholen (WMS) wordt verwezen naar www.infowms.nl.

De Medezeggenschapsraad bestaat uit ouders, leerlingen en personeelsleden.
Meer over de MR is te vinden op onze website zie, klik hier... 

03. Onderwijsvisie

Er is aandacht voor de drie basisbehoeften van elke leerling. Hieronder verstaan wij:

Autonomie: Dit is zelfbeschikking, waarbij je in samenspraak met je docent of coach kunt bepalen wat je doet en hoe je het doet. Naast autonomie is er ook coherentie; het bij een groep willen horen en gezamenlijk afspraken maken over wat de groep doet.

Competentie: Het vertrouwen hebben dat je kunt wat je wilt en dat het nut heeft. Naast competentie kennen we coöperatie, wat inhoudt dat je erop vertrouwt dat je als deelnemer in een groep kunt deelnemen.

Relatie: Dit is het hebben van relaties, samenwerken met anderen en erbij horen. Naast relatie is er ook cohesie: het bij elkaar horen en met elkaar verbonden zijn. Dit geldt voor zowel leerlingen als personeel.

Wij dagen leerlingen uit waardoor zij zelfstandigheid en verantwoordelijkheid kunnen ontwikkelen. Hierbij houden we vanzelfsprekend rekening met de verschillen tussen leerlingen. Het onderwijs wordt afgestemd op de mogelijkheden en behoeften van de leerlingen. De docent speelt in dit proces een belangrijke rol en wordt hierbij ondersteund door collega’s en interne en externe specialisten. Ook de ouders worden hierbij betrokken.

Een leerling voelt zich goed als het leren op school lekker verloopt. Een leerling wil zichzelf van nature ontwikkelen. In een veilige omgeving met een herkenbare structuur zal een leerling sneller naar een volgend niveau stijgen. Het ontwikkelen en leren beschouwen we als een natuurlijk proces waarin ruimte is voor de eigen inbreng van leerlingen. In dit proces komt de natuurlijke motivatie vrij om kennis, begrip en vaardigheden te vergroten. Dit is een interactief proces waarbij docent en leerling actief betrokken worden. Dit geeft zowel de docent als de leerling voldoening.

In het leerproces onderscheiden we drie aspecten, namelijk de onderwijsinhoud, de didactische werkvormen en de organisatie. Hierbij streven we naar de juiste verhouding tussen het bieden van houvast en het uitdagen van de leerlingen zodat zij (in hun eigen zone) hun talenten zelfstandig kunnen ontwikkelen.

Tijdens dit proces vindt er interactie plaats tussen de docenten en de leerlingen in een gevarieerde onderwijsomgeving met een flexibel aanbod van (digitale) leermiddelen. We vinden het belangrijk dat werkvormen prikkelen en leerlingen uitdagen om zelf nieuwe situaties, materialen, werkwijzen en betekenissen te gaan verkennen en deze toe te passen in nieuwe situaties. In een effectieve schoolorganisatie ondersteunen we de docenten en leerlingen door een duidelijke structuur te bieden met heldere afspraken. Het onderwijs wordt continu aangepast om het te laten aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen en de eisen die de huidige en toekomstige maatschappij stelt.

03. Onderwijsvisie

Er is aandacht voor de drie basisbehoeften van elke leerling. Hieronder verstaan wij:

Autonomie: Dit is zelfbeschikking, waarbij je in samenspraak met je docent of coach kunt bepalen wat je doet en hoe je het doet. Naast autonomie is er ook coherentie; het bij een groep willen horen en gezamenlijk afspraken maken over wat de groep doet.

Competentie: Het vertrouwen hebben dat je kunt wat je wilt en dat het nut heeft. Naast competentie kennen we coöperatie, wat inhoudt dat je erop vertrouwt dat je als deelnemer in een groep kunt deelnemen.

Relatie: Dit is het hebben van relaties, samenwerken met anderen en erbij horen. Naast relatie is er ook cohesie: het bij elkaar horen en met elkaar verbonden zijn. Dit geldt voor zowel leerlingen als personeel.

Wij dagen leerlingen uit waardoor zij zelfstandigheid en verantwoordelijkheid kunnen ontwikkelen. Hierbij houden we vanzelfsprekend rekening met de verschillen tussen leerlingen. Het onderwijs wordt afgestemd op de mogelijkheden en behoeften van de leerlingen. De docent speelt in dit proces een belangrijke rol en wordt hierbij ondersteund door collega’s en interne en externe specialisten. Ook de ouders worden hierbij betrokken.

Een leerling voelt zich goed als het leren op school lekker verloopt. Een leerling wil zichzelf van nature ontwikkelen. In een veilige omgeving met een herkenbare structuur zal een leerling sneller naar een volgend niveau stijgen. Het ontwikkelen en leren beschouwen we als een natuurlijk proces waarin ruimte is voor de eigen inbreng van leerlingen. In dit proces komt de natuurlijke motivatie vrij om kennis, begrip en vaardigheden te vergroten. Dit is een interactief proces waarbij docent en leerling actief betrokken worden. Dit geeft zowel de docent als de leerling voldoening.

In het leerproces onderscheiden we drie aspecten, namelijk de onderwijsinhoud, de didactische werkvormen en de organisatie. Hierbij streven we naar de juiste verhouding tussen het bieden van houvast en het uitdagen van de leerlingen zodat zij (in hun eigen zone) hun talenten zelfstandig kunnen ontwikkelen.

Tijdens dit proces vindt er interactie plaats tussen de docenten en de leerlingen in een gevarieerde onderwijsomgeving met een flexibel aanbod van (digitale) leermiddelen. We vinden het belangrijk dat werkvormen prikkelen en leerlingen uitdagen om zelf nieuwe situaties, materialen, werkwijzen en betekenissen te gaan verkennen en deze toe te passen in nieuwe situaties. In een effectieve schoolorganisatie ondersteunen we de docenten en leerlingen door een duidelijke structuur te bieden met heldere afspraken. Het onderwijs wordt continu aangepast om het te laten aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen en de eisen die de huidige en toekomstige maatschappij stelt.

03. Onderwijsvisie

Er is aandacht voor de drie basisbehoeften van elke leerling. Hieronder verstaan wij:

Autonomie: Dit is zelfbeschikking, waarbij je in samenspraak met je docent of coach kunt bepalen wat je doet en hoe je het doet. Naast autonomie is er ook coherentie; het bij een groep willen horen en gezamenlijk afspraken maken over wat de groep doet.

Competentie: Het vertrouwen hebben dat je kunt wat je wilt en dat het nut heeft. Naast competentie kennen we coöperatie, wat inhoudt dat je erop vertrouwt dat je als deelnemer in een groep kunt deelnemen.

Relatie: Dit is het hebben van relaties, samenwerken met anderen en erbij horen. Naast relatie is er ook cohesie: het bij elkaar horen en met elkaar verbonden zijn. Dit geldt voor zowel leerlingen als personeel.

Wij dagen leerlingen uit waardoor zij zelfstandigheid en verantwoordelijkheid kunnen ontwikkelen. Hierbij houden we vanzelfsprekend rekening met de verschillen tussen leerlingen. Het onderwijs wordt afgestemd op de mogelijkheden en behoeften van de leerlingen. De docent speelt in dit proces een belangrijke rol en wordt hierbij ondersteund door collega’s en interne en externe specialisten. Ook de ouders worden hierbij betrokken.

Een leerling voelt zich goed als het leren op school lekker verloopt. Een leerling wil zichzelf van nature ontwikkelen. In een veilige omgeving met een herkenbare structuur zal een leerling sneller naar een volgend niveau stijgen. Het ontwikkelen en leren beschouwen we als een natuurlijk proces waarin ruimte is voor de eigen inbreng van leerlingen. In dit proces komt de natuurlijke motivatie vrij om kennis, begrip en vaardigheden te vergroten. Dit is een interactief proces waarbij docent en leerling actief betrokken worden. Dit geeft zowel de docent als de leerling voldoening.

In het leerproces onderscheiden we drie aspecten, namelijk de onderwijsinhoud, de didactische werkvormen en de organisatie. Hierbij streven we naar de juiste verhouding tussen het bieden van houvast en het uitdagen van de leerlingen zodat zij (in hun eigen zone) hun talenten zelfstandig kunnen ontwikkelen.

Tijdens dit proces vindt er interactie plaats tussen de docenten en de leerlingen in een gevarieerde onderwijsomgeving met een flexibel aanbod van (digitale) leermiddelen. We vinden het belangrijk dat werkvormen prikkelen en leerlingen uitdagen om zelf nieuwe situaties, materialen, werkwijzen en betekenissen te gaan verkennen en deze toe te passen in nieuwe situaties. In een effectieve schoolorganisatie ondersteunen we de docenten en leerlingen door een duidelijke structuur te bieden met heldere afspraken. Het onderwijs wordt continu aangepast om het te laten aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen en de eisen die de huidige en toekomstige maatschappij stelt.

03. Onderwijsvisie

Er is aandacht voor de drie basisbehoeften van elke leerling. Hieronder verstaan wij:

Autonomie: Dit is zelfbeschikking, waarbij je in samenspraak met je docent of coach kunt bepalen wat je doet en hoe je het doet. Naast autonomie is er ook coherentie; het bij een groep willen horen en gezamenlijk afspraken maken over wat de groep doet.

Competentie: Het vertrouwen hebben dat je kunt wat je wilt en dat het nut heeft. Naast competentie kennen we coöperatie, wat inhoudt dat je erop vertrouwt dat je als deelnemer in een groep kunt deelnemen.

Relatie: Dit is het hebben van relaties, samenwerken met anderen en erbij horen. Naast relatie is er ook cohesie: het bij elkaar horen en met elkaar verbonden zijn. Dit geldt voor zowel leerlingen als personeel.

Wij dagen leerlingen uit waardoor zij zelfstandigheid en verantwoordelijkheid kunnen ontwikkelen. Hierbij houden we vanzelfsprekend rekening met de verschillen tussen leerlingen. Het onderwijs wordt afgestemd op de mogelijkheden en behoeften van de leerlingen. De docent speelt in dit proces een belangrijke rol en wordt hierbij ondersteund door collega’s en interne en externe specialisten. Ook de ouders worden hierbij betrokken.

Een leerling voelt zich goed als het leren op school lekker verloopt. Een leerling wil zichzelf van nature ontwikkelen. In een veilige omgeving met een herkenbare structuur zal een leerling sneller naar een volgend niveau stijgen. Het ontwikkelen en leren beschouwen we als een natuurlijk proces waarin ruimte is voor de eigen inbreng van leerlingen. In dit proces komt de natuurlijke motivatie vrij om kennis, begrip en vaardigheden te vergroten. Dit is een interactief proces waarbij docent en leerling actief betrokken worden. Dit geeft zowel de docent als de leerling voldoening.

In het leerproces onderscheiden we drie aspecten, namelijk de onderwijsinhoud, de didactische werkvormen en de organisatie. Hierbij streven we naar de juiste verhouding tussen het bieden van houvast en het uitdagen van de leerlingen zodat zij (in hun eigen zone) hun talenten zelfstandig kunnen ontwikkelen.

Tijdens dit proces vindt er interactie plaats tussen de docenten en de leerlingen in een gevarieerde onderwijsomgeving met een flexibel aanbod van (digitale) leermiddelen. We vinden het belangrijk dat werkvormen prikkelen en leerlingen uitdagen om zelf nieuwe situaties, materialen, werkwijzen en betekenissen te gaan verkennen en deze toe te passen in nieuwe situaties. In een effectieve schoolorganisatie ondersteunen we de docenten en leerlingen door een duidelijke structuur te bieden met heldere afspraken. Het onderwijs wordt continu aangepast om het te laten aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen en de eisen die de huidige en toekomstige maatschappij stelt.

03. Ongevallenverzekering

De school heeft voor de leerlingen een collectieve ongevallen- en reisverzekering afgesloten. Deze verzekering dekt het risico van ongevallen op school en het schoolterrein, de periode tijdens stages, door de school georganiseerde activiteiten buiten de school zoals excursies, schoolkamp e.d. 

Ook kunnen de kosten voor een geneeskundige behandeling als gevolg van een ongeval door deze verzekering worden gedekt zover de kosten niet, of niet voldoende via de ouders/verzorgers zijn verzekerd. 

Verder biedt deze verzekering ook dekking bij overlijden, blijvende invaliditeit of vergoeding voor gezinszorg na ziekenhuisopname ten gevolge van een ongeval. Uitkeringen in deze gevallen kennen een maximaal bedrag. Hiervoor geldt dat het ongeval is geschied tijdens de reis van en naar de school of door de school georganiseerde activiteit. 

De reisverzekering is van kracht tijdens alle school- en groepsreizen, stages, excursies en uitstapjes in schoolverband (ook in het buitenland) mits en zolang de leerlingen onder toezicht staan van de door school aangewezen personen. 

04. De leerroute

Op De Internationale Vos doorlopen de leerlingen drie fases, namelijk:

In de eerste fase start een leerling in een Analyse Groep voor de duur van maximaal 6 tot 8 weken. In deze groep worden basisvaardigheden aangeleerd en testen afgenomen (onder andere het Intake Instrument ISK van Bureau ICE) om het start- en streefniveau van de leerling te bepalen.

In fase twee gaat een leerling naar een groep waarin gewerkt wordt naar een A1-niveau of A2-niveau op het gebied van Nederlands.

Afhankelijk van het streefniveau van de leerling vervolgt de leerling in fase drie zijn/haar route in een uitstroomgroep. Er zijn groepen gericht op uitstroom naar praktijkonderwijs, naar voortgezet onderwijs klas 1, voortgezet onderwijs klas 2 of 3 en naar mbo.

Alfabetiseringsgroepen
In deze groepen worden de onderdelen lezen en schrijven aangeleerd en getoetst. Deze onderdelen worden in een voortgangsverslag bijgehouden. Als een leerling gealfabetiseerd is, kan hij doorstromen naar een reguliere onderwijsgroep.

De doorstroomfase: reguliere onderwijsgroepen
Na de analyse en/of de alfabetiseringsfase wordt samen met de leerling bekeken welke vervolgmogelijkheden er zijn en welke weg de leerling zou willen/kunnen volgen.

Gaat de leerling na De Internationale Vos verder naar een reguliere school voor voortgezet onderwijs of naar een andere onderwijs vorm, dan stroomt hij door in de diverse reguliere onderwijs groepen (praktijkonderwijs, VO1, VO2 of mbo). Het streefdoel voor een leerling die gaat doorstromen ligt tussen op naar A2 en B1. Wij maken hierbij gebruik van de leerlijnen die zijn opgesteld door LOWAN/ITTA.

Is de leerling 15 jaar of ouder, dan kan hij geplaatst worden in een van de
MBO-groepen. In deze groepen wordt, naast de reguliere lessen, aan de competenties van de leerling gewerkt. Het streefdoel voor een leerling die gaat doorstromen ligt tussen A2 en B2. Wij maken hierbij gebruik van de leerlijnen die zijn opgesteld door LOWAN/ITTA en voor de mbo-combi-klas ook van de afspraken die zijn gemaakt met de ontvangende mbo-school. Leerlingen van de mbo-combi klas krijgen 2 dagen per week op het Albeda Entree College. Voor leerlingen die het gewenste niveau behalen is het ook mogelijk door te stromen naar klas 3 of 4 van het regulier Voortgezet Onderwijs.

04. Digitale nieuwsbrief, website, social-media

Ouders, leerlingen en geïnteresseerden worden regelmatig op de hoogte gehouden over allerlei wetenswaardigheden die binnen De Vos plaatsvinden. Dit gebeurt in een digitale nieuwsbrief. Tevens zijn er nieuwsitems te vinden op de website en onze social-media kanalen.

04. Digitale nieuwsbrief, website, social-media

Ouders, leerlingen en geïnteresseerden worden regelmatig op de hoogte gehouden over allerlei wetenswaardigheden die binnen De Vos plaatsvinden. Dit gebeurt in een digitale nieuwsbrief. Tevens zijn er nieuws items te vinden op de website en onze social-media kanalen.

04. Digitale nieuwsbrief, website, social-media

Ouders, leerlingen en geïnteresseerden worden regelmatig op de hoogte gehouden over allerlei wetenswaardigheden die binnen De Vos plaatsvinden. Dit gebeurt in een digitale nieuwsbrief. Tevens zijn er nieuws items te vinden op de website en onze social-media kanalen.

04. Digitale nieuwsbrief, website, social-media

Ouders, leerlingen en geïnteresseerden worden regelmatig op de hoogte gehouden over allerlei wetenswaardigheden die binnen De Vos plaatsvinden. Dit gebeurt in een digitale nieuwsbrief. Tevens zijn er nieuws items te vinden op de website en onze social-media kanalen.

04. Het meldpunt vertrouwensinspecteur

Bij het Meldpunt Vertrouwenspersoon kunnen medewerkers van het onderwijs terecht met klachten over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, fysiek en psychisch geweld (waaronder pesten). Ook voor signalen inzake discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme, radicalisering, extremisme e.d. fungeert de Vertrouwensinspecteur als aanspreekpunt.
 

Het Meldpunt Vertrouwensinspecteur

T: 0900 – 111 31 11 (op werkdagen van 08.00 – 17.00 uur).
 

04. Het meldpunt vertrouwensinspecteur

Bij het Meldpunt Vertrouwenspersoon kunnen medewerkers van het onderwijs terecht met klachten over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, fysiek en psychisch geweld (waaronder pesten). Ook voor signalen inzake discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme, radicalisering, extremisme e.d. fungeert de Vertrouwensinspecteur als aanspreekpunt.
 

Het Meldpunt Vertrouwensinspecteur

T: 0900 – 111 31 11 (op werkdagen van 08.00 – 17.00 uur).
 

04. Het meldpunt vertrouwensinspecteur

Bij het Meldpunt Vertrouwenspersoon kunnen medewerkers van het onderwijs terecht met klachten over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, fysiek en psychisch geweld (waaronder pesten). Ook voor signalen inzake discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme, radicalisering, extremisme e.d. fungeert de Vertrouwensinspecteur als aanspreekpunt.
 

Het Meldpunt Vertrouwensinspecteur

T: 0900 – 111 31 11 (op werkdagen van 08.00 – 17.00 uur).
 

04. Het meldpunt vertrouwensinspecteur

Bij het Meldpunt Vertrouwenspersoon kunnen medewerkers van het onderwijs terecht met klachten over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, fysiek en psychisch geweld (waaronder pesten). Ook voor signalen inzake discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme, radicalisering, extremisme e.d. fungeert de Vertrouwensinspecteur als aanspreekpunt.
 

Het Meldpunt Vertrouwensinspecteur

T: 0900 – 111 31 11 (op werkdagen van 08.00 – 17.00 uur).
 

Pagina 6 van 13Eerste   Vorige   1  2  3  4  5  [6]  7  8  9  10  Volgende   Laatste